Ingrediënten:

- 900 g vijgen;
- 900 g confituursuiker;
- 1 eetlepel citroensap (ongeveer 20 g)

Benodigdheden:

- 4 deksels aangepast aan de grootte van je potten;
- 4 glazen potten van Bonne Maman, formaat 370 g;
- Een grote kookpot;
- Een mes;
- Een weegschaal;
- Een bord;
- Een schuimspaan

Instructies:

Voordat je begint: Voor een goede houdbaarheid moet je de potten en deksels goed schoonmaken. Vervolgens laat je je deksels en potten 5 tot 15 minuten in een kookpot met water langzaam aan de kook komen. Laat ze vervolgens ondersteboven drogen op een schone doek. Je kan ze ook in de vaatwasser steken!

Bereiding:

Stap 1: Kies 900 g mooie, rijpe vijgen en geef de voorkeur aan lokaal fruit. Je kan paarse, witte of zelfs groene vijgen gebruiken — aan jou de keuze!

Tip: Kies fruit dat in seizoen is, want dat is lekkerder!

Stap 2: Bereid de vijgen voor: verwijder de steeltjes en pel de schil als deze dik is (dit kan ook textuur toevoegen aan je confituur!). Vervolgens snijd je de vruchten in twee, of in vier als ze groot zijn. Wist je dat vijgenmelk, de witte vloeistof die van de vijgen afloopt wanneer ze geplukt worden, gebruikt wordt om melk te stremmen? Het is een uitstekend vervangmiddel voor stremsel (voor ficukaas)!

Stap 3 : Doe de vijgen in een grote kookpot met 250 ml water en begin het water te koken op een middelhoog vuur. Roer regelmatig met een houten spatel. Laat koken tot het fruit helemaal zacht is. Voeg een eetlepel citroensap toe: dit versterkt de smaak van de vijgen en helpt hun mooie kleur te behouden.

Stap 4: Zet het vuur zachter en voeg al roerend voorzichtig 900 g geleisuiker toe. Als je liever confituur zonder stukjes hebt, kun je het iets langer laten koken of het mengsel pureren met een mixer voordat je de suiker toevoegt.

Tip: je kan ook kruiden of gekonfijte fruitschillen aan je confituur toevoegen. Vijgen passen bijvoorbeeld heel goed bij kaneel in de kerstperiode.

Als je een minder zoete vijgenconfituur wil maken, kan je 200 g minder suiker gebruiken (maar dan blijft de confituur wel minder lang goed!).

Stap 5: Wanneer de suiker goed is opgelost, laat je het geheel ongeveer 20 koken op een hoog vuur (zachtjes aan de kook brengen). Roer regelmatig zodat de confituur niet aan de bodem van de kookpot blijft plakken. De kooktijd stopt wanneer het fruit meer doorschijnend is en gelijkmatig verdeeld is over het mengsel.

Tip: om te controleren of de confituur gaat geleren, schep je een druppel ervan op een bord dat eerder in de koelkast heeft gestaan en kantel je het: als de druppel wegglijdt, is de confituur niet gaar genoeg. Als hij stolt, is hij klaar!

Stap 6: Haal aan het einde van de kooktijd de kookpot van het vuur en verwijder het schuim dat zich op het oppervlak heeft gevormd.

Stap 7: Schep onmiddellijk met een pollepel de confituur in de confituurpotten en vul ze tot de rand. Sluit af met de deksels en zet de potten ondersteboven op een theedoek om “zichzelf” te pasteuriseren. Laat de potten afkoelen voordat je ze labelt. Je kan de confituur vervolgens enkele maanden op een koele, droge plek bewaren. Bewaar na openen in de koelkast en eet hem binnen een maand op.

Onze receptideeën: