Cobbler met rode vruchtenconfituur van Bonne Maman

Voor een taartvorm van 22 cm

- 1 pot rode vruchtenconfituur van Bonne Maman;
- 225 g bloem;
- 1/4 theelepel verse gist;
- 1/4 theelepel zout;
- 8 el koude gezouten boter, in blokjes gesneden, plus gesmolten boter om te bestrijken;
- 125 ml karnemelk (= 125 ml volle melk + 1 eetlepel citroensap);
- 3 grote eetlepels verse kaas;
- 1 eetlepel rietsuiker om te bestrooien (optioneel);
- 1 el geschaafde amandelen om te bestrooien (optioneel)

Stappen:

Verwarm de oven voor op 170°C.

Bereid de karnemelk: meng de melk en het citroensap en laat 10 minuten op kamertemperatuur staan.

Maak het appelgebakdeeg. Meng de bloem, de verkruimelde gist, het zout en de boter in een keukenmachine. Kneed tot het mengsel samenkomt tot grotere balletjes ter grootte van een erwt. Besprenkel met karnemelk tot het deeg er “zanderig” uitziet, de consistentie lijkt een beetje droog.

Rol het deeg uit op een schoon, met bloem bestoven oppervlak en druk het plat tot een vierkant van 1,5 cm dik. Snijd het deeg in 4 stukken. Voeg 1 grote eetlepel fromage frais toe aan 3 van de vierkanten en verdeel erover. Stapel de met kaas gevulde stukken op elkaar. Leg het laatste stuk (zonder kaas) bovenop de stapel. Druk plat.

Bestuif het oppervlak met bloem en rol het deeg opnieuw uit tot een rechthoek van 1,5 cm dik. Snijd het deeg in 12 stukken.

Leg het deeg op een met bakpapier beklede bakplaat en vries het 10 minuten in om af te koelen.

Beboter ondertussen de taartschaal en giet de pot confituur erin.

Haal de koekjes uit de vriezer en schik de plakjes in de taartvorm.

Bestrijk de bovenkant met gesmolten boter en bestrooi met suiker.

Bak 25 minuten op 170°C en verhoog daarna de temperatuur naar 185°C voor nog eens 5 tot 10 minuten, tot de bovenkant goudkleurig is.

Laat 5 minuten afkoelen. Serveer warm of op kamertemperatuur.

Product uit het recept