Voor een twaalftal briochebroodjes:
- 25 gr. verse bakkersgist
- 10 cl melk
- 400 gr. bloem
- 3 eieren
- 30 gr. rietsuiker
- ½ koffielepel zout
- 125 gr. zachte boter
- Abrikozenconfituur van Bonne Maman
1 – Verkruimel de gist in een kom, voeg warme melk toe en meng. Laat het niet te koud of te warm worden, want dat kan de gist inactief maken.
2 – Meng de bloem, het zout en de suiker in een andere kom. Maak een kuiltje in het midden en voeg de in stukjes gesneden zachte boter en het gist-melkmengsel toe.
3 – Kneed met de hand of met een mixer tot je een glad, glanzend deeg hebt.
4 – Verwarm je oven tot 50°C en zet hem dan uit. Vorm het deeg tot een bal, dek het af met een vochtige doek en plaats het in de oven. Laat anderhalf uur rusten, zodat het deeg kan rijzen.
5 – Na anderhalf uur is het tijd om de broodjes te maken.
6 – Houd ongeveer 60 g deeg apart voor de koppen. Vorm met de rest een twaalftal bolletjes deeg die ongeveer de grootte van helft van een kleine briochevorm zijn. Leg ze in kleine beboterde en met bloem bestoven briochevormpjes.
7 – Vorm vervolgens een twaalftal kleine balletjes van de 60 gram deeg en en vorm aan één kant een punt.
8 – Maak met een bevochtigde duim een gaatje in het midden van de broodjes (tot je de bodem van de bakvorm raakt) en duw de puntige kant van de koppen erin. Laat nog 40 minuten rusten en bestrijk elk broodje met de eieren voordat je ze in de oven schuift.
Tip: bestrijken gaat makkelijker als je de eieren opklopt met een snuifje zout.
9 – Verwarm de oven voor op 210°C en bak gedurende 10 tot 15 minuten, en verlaag ondertussen de temperatuur tot 180°C.
10 – Besmeer een stuk brioche royaal met abrikozenconfituur van Bonne Maman.
Smakelijk!
Deel